Ken je het reisverslag van de cashewnoot? Kraakt aan alle kanten. Wist je dat de meerderheid in Afrika groot groeit, in Azië wordt gepeld en daarna – na door 3 tot 8 handen gegaan te zijn – op ons (borrel)bord belandt? Bij Johnny Cashew noemen ze het niet voor niks de omreiscashew. De 12.000 vervuilende kilometers op de teller zijn volgens de ‘Johnnies’ onnodig. En dus zijn ze er voor een portie duurzame cashewnootjes die niet heel de wereld worden over gescheept. DANK! We spraken Hayo de Feijter – één van de drijvende krachten naast partners Roel van de Weijer en Freek Wessels – over het kraakheldere verhaal.
Johnny Cashew in een notendop
Hartje coronatijd is Hayo de Feijter (42) met Johnny Cashew begonnen. Hoe is hij zo op het idee gekomen? En wat is ‘het idee’ eigenlijk? “De afgelopen twintig jaar heb ik me beziggehouden met het verbouwen van oliegewassen voor biobrandstoffen. Dit alles vanuit Afrika. Het continent waar ik mijn hart aan heb verloren.”
Wat hem de afgelopen jaren is opgevallen, is dat we daar best veel grondstoffen weghalen en vaak niet (genoeg) ons best doen om er waarde aan toe te voegen. Dat moet toch anders kunnen? “Een vriend die in de notenindustrie werkte, zei altijd al dat de cashewnoot een ingewikkeld product is dat bijna niet traceerbaar is, en waarom ik daar niet eens iets mee wilde doen. Toen ben ik in de materie gedoken – mede doordat de vraag naar biobrandstof afnam, want corona – en ontdekte ik dat cashewnoten een mega omreis maken, voordat je ze als consument eet.”
Wat is er in de cashewketen aan de hand?
Dat het niet pluis is in de cashewhandel is iets waar Hayo al snel achterkwam. “Meer dan de helft van alle cashewnootjes wereldwijd wordt in Afrika geproduceerd. Maar liefst 95% van die cashews wordt naar Vietnam of India geëxporteerd om daar te worden gepeld (de schil is zo hard als die van een walnoot). Dat is heel veel! Dit wordt gedaan, omdat het daar goedkoper is, zelfs inclusief een retourtocht met de boot.”
Een doorn in het oog voor mensen die zich om duurzaamheid bekommeren. “De vervuiling is enorm en is nergens voor nodig. Als je weet dat je 4,25 kilo ongepelde noten nodig hebt om 1 kilo gepelde noten te krijgen, dan betekent dat 4,25 keer zoveel vervuiling in vergelijking met ze lokaal laten pellen.”
Johnny Cashew en de niet-omreiscashew
Bij Johnny Cashew pellen ze de Afrikaanse cashewnoten wél lokaal, waardoor er sowieso 57% tot 70% op transport en CO2-uitstoot wordt bespaard. “In de tijd dat ik me in de noot aan het verdiepen was, leerde ik Maria kennen, een Nederlandse dame die met de Tanzaniaanse George (cashewkenner) was getrouwd. Met hem ben ik gaan sparren of we de cashews niet in Afrika konden pellen en dan konden verschepen naar Nederland (en omstreken). Op dat moment kwam ik erachter dat er nul capaciteit in de buurt was om de cashewnoten te verwerken.”
Toen George en zijn vrouw de gouden woorden ‘het is onze droom om een eigen pelfabriek op te zetten’ uitspraken, is Hayo gelijk de krachten gaan bundelen. “Toen zijn we met Johnny Cashew begonnen! Inmiddels draaien we bijna een jaar. We werken samen met fairtrade-gecertificeerde boeren die een eerlijke prijs voor hun harde werk krijgen. O ja, en we noemen onze nootjes organic by default. Het keurmerk ‘biologisch’ hebben we niet, want veels te duur, maar cashewboeren hebben vaak überhaupt niet de financiële middelen om met chemische bestrijdingsmiddelen in de weer te gaan. Hierdoor zijn onze cashews vaak van nature al biologisch.”
Hayo blikt trots terug op wat er in een jaar tijd kan veranderen. “Het is indrukwekkend om te zien dat we mei 2021 een schuur, waar verder niks was, hadden gehuurd. Inmiddels staan er drie schuren waar zeshonderd mensen fulltime (lees: veel werkgelegenheid) aan het werk zijn, en komen de containers eruit rollen om naar de Rotterdamse haven te worden verscheept. Eenmaal aangekomen in Nederland brengen we ze op smaak en verpakken we de nootjes.”
Het lokaal pellen is deel 1 van het Johnny Cashew-verhaal. Deel 2 zit ‘m in het niet verspillen van de noten. “Tijdens het pellen, breekt zo’n 10% tot 30% van de cashewnoten, afhankelijk van hoe goed de pellers zijn en of het pelproces is geautomatiseerd of niet. In de cashewmarkt is het heel gangbaar om gebroken noten voor grijpstuivers te verkopen, want wie wil ze nou hebben? Dit betekent dat vooral de pellers / verwerkers minder verdienen. Bij Johnny Cashew vinden we het onze verantwoordelijk om alle productie die uit de fabriek komt voor onze rekening te nemen en te verkopen, zodat de boeren + pellers in Afrika voor hun ruwe cashewnoten (en het pelwerk) krijgen wat ze verdienen.”
Hayo heeft zich met zijn Johnny Cashew laten inspireren door Tony’s Chocolonely. Beiden hebben een treurig verhaal te vertellen, maar willen niet bij de pakken neer zitten en het beladen maken. “Ja, het is een heel verdrietig verhaal over hoe de cashew de wereld rondreist en zijn origine verliest, maar we wilden geen bedrijf worden dat in treurigheid is gedompeld. Vandaar dat we op een Tony-achtige manier met een vrolijke noot vertellen over het reilen en zeilen. En daar, daar hoort de naam Johnny Cashew bij. Een naam dat het merk gelijk een positieve identiteit geeft.”
Hoe duurzaam is Hayo thuis?
“Steeds duurzamer kan ik wel zeggen. Vroeger was ik iemand die volop van het leven genoot en gebruikmaakte van de mogelijkheden die er waren, maar op een gegeven moment zie je dat het niet goed met de wereld gaat. Het regent op ‘verkeerde’ momenten, gebieden worden woestijn. Het ging me opvallen. Toen ben ik gaan nadenken wat ik in mijn dagelijkse leven kan doen om een steentje bij te dragen.
Zo heb ik onder andere mijn jaren 30’ woning verduurzaamd.” Onlangs kreeg hij het heugelijke nieuws dat zijn gezin nu minder energie en gas gebruikt, dan een eenpersoonshuishouden, een mooie reductie waar hij heel fier op is! “Verder eet ik minder vlees, eet ik bewuster en heb ik een elektrische fiets gekocht, zodat ik minder vaak (privé en zakelijk) de auto hoef te pakken. Van dit soort dingen word ik blij.’
Neem je het duurzame denken mee binnen de bedrijfsmuren?
“Jazeker! Momenteel zijn we zelfs bezig met de B Corp-certificering. Het stimuleert je als onderneming om een heleboel goede dingen te doen, ook dingen die in eerste instantie nog op de plank lagen. In ons geval zijn er veel vlakken waar we geen invloed op kunnen uitoefenen. Neem het transport. Zouden we het vervoer per trein kunnen regelen, dan zouden we dat gelijk doen. Naar Afrika is dat alleen wat uitdagend ;-)”
Welke tips heb je voor jonge, groene ondernemers?
Hayo is van mening dat het niet puur en alleen om zoveel mogelijk geld verdienen zou moeten gaan. “Het zou niet de norm moeten zijn. Ik denk dat je in veel ketens, zeker in de voedselketen, de perverse prikkel (hey consumptiemaatschappij) hebt van veel product voor weinig. Veel voor weinig is eigenlijk nooit goed, omdat het weinig kost op de verkeerde plek.
Op een gegeven moment kom je – ik althans – op een punt dat je denkt ‘laten we allemaal eens normaal doen.’ Natuurlijk moeten ook wij de rekeningen betalen, maar dat is ongeveer wel het hoogste doel. Als je daar van af kan stappen en kan nadenken wat je nodig hebt om een normaal leven te leiden om tevreden mee te zijn, dan heb je een hele leuke manier om in het leven te staan te pakken, vind ik.”
Volgens Hayo zitten er veel voordelen aan het niet geldbelust te werk gaan. “Als je niet geldbelust aan het ondernemen bent, geeft dat veel rust. Bovendien geeft het veel vrijheid om mooie dingen te doen. Het geeft veel voldoening om te zien dat je dingen kan veranderen. Zeker als je niet bezig bent met veel verdienen, kan je de boeren betere prijzen betalen. Dat is veel waard. En daarbij, hoe blij kan je worden – zeker in deze tijd – van een lage energierekening. Puur geluk!”
Waar is Johnny Cashew te koop?
Johnny Cashew popt op steeds meer plekken op. Wij hebben ze in veel leuke en duurzame foodboxen verwerkt.